Dertig jaar geleden schakelde Oostenrijk na een wijnschandaal radicaal om van zoetige naar droge wijn en van matigheid naar kwaliteit. Zo radicaal, dat het land tegenwoordig wijnen van een onwaarschijnlijk goed gemiddeld niveau produceert. De Oostenrijkse wijnbouw is te vinden in het oosten van het land. Net ten westen van Wenen liggen gebieden als Wachau, Kremstal en Kamptal. Ten noorden van de hoofdstad vind je het Weinviertel en ten zuidoosten het Burgenland. Nog verder naar het zuiden ligt de Steiermark. De rest van het land is te bergachtig voor wijnbouw.
Oostenrijks nationale druif is de witte grüner veltliner, die vooral in de gebieden langs de Donau zeer goed gedijt. Voor rood is de topdruif de ook al typisch Oostenrijkse blaufränkisch, die zich in Burgenland perfect thuis voelt.
De belangrijkste Oostenrijkse wijngebieden, met uitzondering van de Wachau, dragen als herkomstbenaming DAC, een afkorting van Districtus Austriae Controllatus. Hieronder vallen wijnen die typisch zijn voor het gebied en die aan strenge eisen voldoen. Andere wijnen vallen onder bredere noemers, zoals Niederösterreich of Burgenland.
Fraaie, typische Grüner Veltliner met een verfijnde geur van peer, appel, selderij en anijs. Ranke stijl met puur fruit, opwekkende zuren en een aanhoudende, droge afdronk. Mooi om te drinken als verfrissend aperitief.
Heerlijk frisse, droge witte wijn uit Oostenrijk, met een fruitig en kruidig aroma. De sappige smaak past goed bij salades en koude voorgerechten. Ook lekker als aperitief.
Frisdroge witte wijn met een aroma van kruiden en geel fruit. De smaak is vol, droog en aromatisch. Uitstekend bij vis of lichte pastaschotels met paddenstoelen. Ook heerlijk bij asperges!